Onze zinnen met 'morgen'
Elke donderdag maken we met de cursisten Nederlandse zinnen op Facebook SVET. De cursus heet Maak een zin! © SVET. Hierbij onze zinnen met het woord: morgen.
Morgen heb ik vrij!
Ik ga morgen naar de winkel om een cadeau voor mijn zoon te kopen.
Ik moet morgen werken van 6.00 ’s morgens tor 6.00 ’s avonds.
Ik wil morgen niet naar mijn werk gaan.
Morgen is mijn vrije dag.
Ik ga morgen boodschapen doen.
En morgen… rijden wij naar Polen.
Ik ga morgen op bezoek bij mijn kleinkinderen.
Morgen ga ik naar mijn taalcursus.
Morgen ga ik naar mijn werk.
Morgen is het vrijdag.
Morgen ga ik naar de tandarts.
Morgen moet ik huiswerk maken.
Ik ga morgen naar Polen.
Morgen ga ik uitrusten.
Ik moet morgen mijn huis schoonmaken.
Morgen ga ik naar vrienden in Brussel.
Morgen gaat alles veranderen.
Het wordt morgen prachtig weer.
Wat gaan jullie morgen doen?
Morgen is een nieuwe dag, morgen zijn er nieuwe kansen.
Ik kom morgen om 18 uur.
Hij gaat morgen naar Polen.
Ik ga morgen naar de bioscoop.
Komen jullie morgen?
Ik ga morgen naar de winkel.
Wat ga je morgen doen?
Ik ga morgen naar het werk.
Morgen ga ik werken op het kantoor.
Ik moet morgen op het werk zijn.
Morgen slaap ik.
Mag ik morgen vrij hebben?
Morgen moet ik schoonmaken.
Ik ga morgen naar De Lier.
Morgen werk ik.
Deelnemers van de cursus op FB SVET en Irina Malinkina